Column: Senioren zijn de nieuwe techtoppers

Tieners en twintigers hebben de naam dat ze ‘zo handig zijn met nieuwe technologie’. Gaandeweg merk ik dat het gewoon kopieergedrag is. De echte slimmerds vind je bij de wijkende haarlijnen en de oudere, beschouwende moeders.

Generatie Z en later (iedereen vanaf eind twintig dus) zit in zijn eigen techbubbel en heeft geen belangstelling voor wat daarbuiten is. De obligate reis naar Bali, een weekje Ibiza of skiën in Oostenrijk zijn allesbehalve avontuurlijk. Niets zo burgerlijk en risicomijdend.

Ik wil een lans breken voor de mensen die nog weten hoe het leven pre-internet was. Voor de mensen die een smartphone kochten als een bewuste keuze, niet omdat ze tien werden en als enige in de klas er nog geen hadden. Senioren van vandaag, zeg de groep van vijftig jaar en ouder*, hadden slechts twee zenders (!) op televisie, lazen papieren kranten en kijken je aan als je met ze spreekt. Oh ja, en zij verpestten hun toekomst niet omdat ze wel boeken lezen en zich kunnen concentreren.

Het gaat hier over een groep die twee werelden kent: de analoge wereld van voor het jaar 2000 en de digitale van daarna. Ik verheerlijk ze niet, want nostalgie is killing voor een samenleving. En ja, er zitten heus hele vervelende mopperkonten tussen. De silver surfers, zoals ze in de VS heten, zijn bijzonder omdat ze technologie alleen gebruiken als het nuttig is. Technologie dient hen, niet andersom. Ze zijn de meester, niet de slaaf. Tech is een keuze, niet iets dat ze overkomt.

Maar waarom is dat zo belangrijk en waarom nu? Simpel gezegd ontbreekt het de twintigers en dertigers van nu aan een kompas. Misschien wel aan gezond verstand. Elke nieuwe app, dienst of gadget omarmen ze kritiekloos zonder een seconde na te denken over de consequenties van hun achteloosheid. Mind you, elk gezicht dat op TikTok terecht komt gaat door Chinese algoritmes. Om maar een voorbeeld te noemen. De grootste winkels zijn niet Zara of HEMA, maar Temu en Shein. Iemand die de Koude Oorlog heeft meegemaakt, kan nog wat perspectief geven over wij en zij, over nu en straks en over leven onder en omgaan met spanning en dreiging.

Vandaag de dag zijn er twee nieuwe technologieën waarbij de senioren van vandaag misschien wel het meest gaan profiteren. De combinatie van AI en robotica levert een gedeeltelijke oplossing voor een mondiaal probleem: vergrijzing. Slimme robots helpen in het huishouden, kun je om een boodschap sturen, staan altijd gereed voor een praatje, zijn misschien zelfs sparringpartner bij het sporten. Al lijkt me om samen baantjes mee te trekken geen goed idee. Elektronica lust geen water.

Wat te denken van zelfrijdende auto’s? Als iets de wereld van de pre-boomers vergroot is dat het wel.

Toekomstmuziek? Bij Amazon werken nu al bijna een miljoen robots in de magazijnen en de bedrijven Tesla bouwen mensachtige robots als helpend handje. En wie snapt het best of hij een robot nodig heeft voor hulp? Wie ziet de waarde en wil ervoor betalen? Juist.

Zórg schijnt overigens nog een brug te ver, getuige de ervaringen in grijs Japan.

Hoe ziet zo’n thuisbot er dan uit? Ze zijn zo rond de 1,60 meter, wegen dertig kilogram en zijn iets minder sterk dan een mens, maar hebben wel vergelijkbare tactiele vaardigheden. In z’n koppie zitten AI’s die overweg kunnen met geluid, beeld en ruimtelijke beweging.

Het idee klinkt misschien belachelijk, maar vraag aan een jongere oudere eens of hij in 1998 dacht dat hij een smartphone nodig had.

*en Erwin weet het nu ook: 50+ mobiel is niet alleen voor techtoppers, maar ook voor Generatie Z ;)