Column: AI centraal in de toekomst van smartphones

Het is begonnen. De ontwrichting van de smartphone. Over vijf à tien jaar lach je om dat platte zwarte blokje dat nu in je broek zit. Waar gaat het heen? Persoonlijke, digitale butlers.

Gaan we weer. Mobile World Congress in Barcelona. Honderdduizend bezoekers. Hét walhalla voor de telecomliefhebber. Zeggen ze. Je had er: een telefoon die buigt. Weer. Een slimme ring. weer. Toestellen met nóg betere camera’s. Weer. 5G en 6G. Weer. Oh ja, en een telefoonmaker die auto’s gaat maken. Weer. Alleen als je echt goed kijkt, zie je glimpen van de toekomst van de smartphone.

Het toverwoord hier is ‘kunstmatige intelligentie’. Weer. Maar ik zal me er niet met een jantje-van-leiden vanaf maken. Want let op. Er komen een paar technische ontwikkelingen samen die voor ingrijpende verandering gaat zorgen op de markt voor mobiele telefoons. Als je ze tegen die tijd zo nog kunt noemen.

Illustratief voor deze ontwikkeling is het besluit van Meizu en Oppo om geen smartphones meer te maken. Deze twee Chinese telefoonmakers zijn goed voor ongeveer tien procent van de wereldmarkt. Wat wij nu een smartphone noemen, is in hun visie niet het apparaat waarmee we de digitale wereld om ons heen bedienen. Er komt iets nieuws, een volgende generatie persoonlijke apparatuur. De exacte vorm ligt zeker nog niet vast, maar beiden zijn ervan overtuigd dat kunstmatige intelligentie, ook wel: AI, er een centrale rol in speelt.

Okay, klinkt stoer. Maar wat betekent dat voor ons?

Voor een antwoord op die vraag moeten we een blik in de toekomst van AI werpen. Want wat OpenAI (ChatGPT), Google (Gemini) en Meta (LlAMA) nu kunnen is niet écht intelligent. Het zijn slimme samenvatters, maar de machines hebben geen begrijpertje. Ze kunnen niet heugen, plannen, redeneren en ontberen kennis van de wereld. Dat gaat veranderen. Ze worden allereerst multimodaal. Dat houdt: ze kunnen input en output van hun zintuigen combineren. Nou ja, ‘zintuigen’ natuurlijk. Dat zijn: tekst, audio, fotografie, video maar ook tactiele feedback. Tastzin.

Dan de hardware. In de ideale wereld wil je niet dat een AI in de cloud draait, maar op je telefoon. Snelle processor en vooral veel geheugen om de intensieve rekentaken snel te kunnen uitvoeren. Dat moet je niet in een cloud willen doen. Dat vertraagt. Bovendien, je telefoon - of hoe het dan ook heet - bevat tegen die tijd zo veel persoonlijke informatie dat het een digitale kopie van je persoon en identiteit is. Dat wil je versleuteld bij je dragen en selectief afstaan aan vertrouwde verwerkers.

Tegen het einde van dit jaar kunnen AI’s al mini-taken autonoom uitvoeren. Die taken doen ze parallel of in serie. Als mens werken wij ook zo. Je pakt je grasmaaier immers pas als je naar de lucht hebt gekeken en daarna op Buienradar en een blik in je agenda. In de toekomst kun je je digitale kopie instrueren om automatisch een seintje te geven wanneer het in het weekend twee uur achter elkaar zonnig blijft. Maar je kunt je persoonlijke agent, of butler, ook vertellen aan welke kenmerken je komende zomervakantie moet voldoen en dan over vier weken met vijf opties komt. Om maar wat te noemen.

Hoe de telefoon van de toekomst er fysiek zal uitzien, is iedereen nog een raadsel. Het leuke is wel dat je komende tijd hybride vormen gaat zien. Communicatietoestellen zonder scherm. Ze bestaan zelfs al. Kijk voor de aardigheid maar eens naar de AI Pin.

Weer een stap dichter bij een Star Trek-wereld …