Column: Internet wordt écht snel na 2020

‘Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding’. Dit gezegde is eigenlijk wel van toepassing op internetproviders die elkaar vliegen afvangen met internetsnelheden. Veertig, zestig of honderd Mbps, het maakt allemaal niet zo veel uit.

Het staat wel heel indrukwekkend als een speedtest laat zien dat je downloadsnelheid dik boven de 100 of 200 Mbps ligt, maar je hebt er niet bijster veel aan. Ok, het maakt nog wel uit in een druk huishouden waar veel video wordt gestreamd en films worden gedownload, maar eigenlijk is het verder een wedstrijdje ver plassen vanaf de dijk.

Dat geldt natuurlijk niet voor álle DSL- of kabellijntjes. Als je van 8 naar 20 Mbps gaat of van 20 naar 50 dan merk je het verschil natuurlijk echt wel. Maar dan naar honderd of meer is gepriegel. Het is gewoon sneller dan toch al snel. Ik bedoel: webpagina’s gaan niet veel sneller laden, Facebook wordt niet sneller en die YouTube-video in 4K bufferde toch al niet. 

Overigens hoeven we in Nederland helemaal niet te klagen wat internetsnelheden betreft. Op het vaste net is de downloadsnelheid hier gemiddeld 82 Mbps. Op het mobiele net 51 Mbps.

Wat wel spannend is, is de ping of: de latency. Dat staat voor de snelheid waarmee de verbinding tussen jouw computer/telefoon en een server tot stand komt. Het maakt nogal uit of een webpagina binnen 2 seconden inlaadt of binnen 0,2 seconde. Gamers kennen latency maar al te goed. Als ze bij de laatste, zeg, tien spelers van een battle royal in Fortnite of Pubg zitten dan kunnen ze die verliezen op hoge latency. Dat is echt het verschil tussen leven en dood. Ook voor beurshandelaren is dit het verschil tussen een matige dag en een miljoenenklapper.

Wat weinig mensen weten, is dat steeds meer van de internetkabels die door de oceanen gaan helemaal niet van telecombedrijven zijn. Nu tachtig procent van al het internetverkeer wordt gegenereerd door pakweg acht partijen investeren zij steeds meer in dit soort verbindingen en lokale caches. Miljarden, om hun eigen diensten sneller te maken. Denk aan Facebook, Google en Microsoft. Maar vlak de Chinese telco’s ook niet uit met hun investeringen in de nieuwe zijderoute, het Beld and Road Initiative. 
Maar dat terzijde. 

Op het vaste net werkt KPN naar snelheden van 400 Mbps , maar over een jaar of drie tot vijf breekt een echt nieuw tijdperk aan. Met internet door de lucht: 5G. We hebben het hier over snelheden van meer dan 1.000 Mbps en een latency onder de 0,001 seconde. Misschien nog wel belangrijker is dat 5G-netwerken tot een miljoen apparaten per vierkante kilometer kunnen bedienen. Het hele ecosysteem van wat mij nu ‘internet’ noemen gaan dan compleet op z’n kop. Álles kan met internet worden verbonden en data sturen en ontvangen. 

Over wat voor toepassingen we het dan hebben? Hopelijk lezen er nu een paar beginnende technisch studenten mee die aan het einde van hun studie een antwoord voor ons hebben gemaakt. Of deel je ideeën hieronder. Oh ja, de connected koelkast kennen we ondertussen wel.